Op 25 januari 2007 hadden wij bij de Bank Albie Sachs op bezoek. Hij is raadsheer in het constitutionele hof van Zuid-Afrika. Klik
hier voor zijn pagina op de web site van het hof. Dit hof wordt alom beschouwd als een belangrijke richtinggever in de ontwikkeling in Afrika en in ontwikkelingslanden in het algemeen. Wat kan de rol zijn van een constitutioneel hof in de ontwikkeling van een land dat onderdrukking en achterstand achter zich wil laten? Wat zegt dit specifieke hof daarover? Anne Wallace, een recht en IT-collega van me uit Australie had hem al eens ontmoet en was zeer van hem onder de indruk.
Destijds al actief in het African National Congress, en advocaat. Hij week uit naar Engeland en werkte later in Maputo, Mozambique als hoogleraar in de juridische faculteit. In die tijd werkte hij samen met Oliver Tambo aan de nieuwe constitutie van Zuid-Afrika. De veiligheidsdienst van Zuid-Afrika blies hem met auto en al op. Hij verloor een arm en een oog, maar overleefde de aanslag. Hij werd door Nelson Mandela benoemd in het eerste constitutionele hof en was heel actief in het opzetten van dat hof. De raadsheren hebben groene toga's omdat er geen verwijzing naar het rood van de oude garde gewenst werd. De aanspreektitel van de raadsheren is "raadsheer Sachs", en niet "My Lord", zoals gebruikelijk is in de Angelsaksische wereld.
Wij zijn voor het leven benoemd, wij hoeven dus niet aan onze populariteit te werken, wij werken aan menselijke waardigheid, zegt hij, onder verwijzing naar de verkiezing van de meeste rechters in de VS. Hij vertelt over de eerste keer dat ze een besluit van Mandela moesten vernietigen omdat het besluit niet binnen zijn bevoegdheid viel. Als je
de beslissing leest zie je dat er veel verdeeldheid was in het hof. In de
zaak Grootboom, zijn andere voorbeeld, legde het hof een bodem in de menselijke waardigheid. Mevrouw Grootboom was met haar drie kinderen uit haar huis in een shantytown gezet, waarna de shantytown was platgeschoven om een project te ontwikkelen. Mevrouw Grootboom, haar kinderen en hun buren van de shantytown zaten in de moessonregen zonder enige bescherming. De hof vond dat beneden de menselijke waardigheid en sprak uit dat de overheid naar maatstaven van "reasonableness"de plicht had daar iets aan te doen. Wij hoeven niet te zeggen wat de overheid doen moet, dat is onze taak niet. Het is trouwens onzin om onderscheid te maken tussen economische en sociale, zgn. "rode" rechten, en de klassieke grondrechten. Het recht op brood staat in rechtstreeks verband met het stemrecht.
In 1994 was ik zelf vanuit Nederland als waarnemer bij de eerste democratische verkiezingen in Zuid-Afrika. Het was onvergetelijk om zoveel mensen voor het eerst hun kiesrecht te zien uitoefenen. Ze kozen Nelson Mandela tot president, en nu is de voorzitter van de Supreme Court of Appeal een gezaghebbende zwarte jurist. Zijn dochter, Dawn Mpati-Muchira, loopt trouwens nu stage bij ons, maar dit terzijde. Dat hij zwart is is onbelangrijk, hij is een gezaghebbend jurist. Sachs verwijst naar wat
Cass Sunstein van Chicago Law School heeft geschreven over de Four Freedoms in de tweede inaugurele toespraak van F.D. Roosevelt. Sunstein is vorig jaar bij ons op de Bank geweest voor een seminar. Volgens Sunstein zijn die Four Freedoms eigenlijk een postulaat zijn van de verplichting van de overheid om de burgers in staat te stellen hun mensenrechten te verwezenlijken. Dat is rechtstreeks in strijd met de gedachte in de constitutie van de VS, dat de burgers hun mensenrechten van nature uitoefenen en dat de staat daar niet voor nodig is.
Albie Sachs heeft net voor zijn praatje bij ons het Holocaust Museum bezocht. Hij was getroffen door een citaat van de Russische dichter Yevtoesjenko dat daar aan de muur hing bij een display over de massamoord in Babi Yar. Yevtoeshenko heeft het over de bomen die als dreigende rechters toekijken. "It stabbed me, I am a judge and that is not how judges should be".